Les 9 - 29/11

Grammatica

  • Vorige week hebben we het bezitpartikel geleerd. Wat we echter nog niet weten, is wanneer we mogen gebruiken en wanneer het beter is om het weg te laten. Als wordt voorafgegaan door een persoonlijk voornaamwoord (, , , , en alle mv) en wordt gevolgd door een persoon waarmee het onderwerp een persoonlijke relatie heeft dan mag men weglaten. In alle andere gevallen moet je wel gebruiken.

    我妈妈: mijn moeder
    他的书: zijn boek
    老师的爸爸: papa van de leraar

Woordenschat


高兴
gāoxìng
blij, vrolijk
lái
komen
进来
jìnlai
binnenkomen
认识
rènshi
elkaar kennen
老婆
lǎopo
echtgenote (informeel)
guì
duur, nobel
xìng
achternaam
您贵姓
nín guìxìng
wat is uw achternaam?
可以
kěyǐ
oke, mogen, kunnen (toegelaten)
wèn
vragen
请问
qǐngwèn
mag ik iets vragen?
记者
jìzhě
journalist
yáng
een familienaam (populier)

Schrijven

rèn (54)
shí (55)
xìng (57)
yǐ (59)
jìn (60)
lái (61)
qǐng (62)
jì (63)
zhě (64)
wèn (65)
guì (66)
xìng (67)
yáng (71)

Les 8 - 22/11

Grammatica

  • (de) is het partikel dat in het Chinees gebruikt wordt om bezit aan te duiden.

    Voorbeeld: 我的书 (wǒ de shū: mijn boek).

    Het kan ook ingewikkelder door meerdere malen te gebruiken: 妈妈的哥哥的太太 (māma de gēge de tàitai: de vrouw van de oudere broer van mama).


Woordenschat

wài
buiten, buitenlands
外国
wàiguó
buitenland
外语
wàiyǔ
vreemde taal
外国人
wàiguó rén
buitenlander
外婆
wàipó
grootmoeder (moeders zijde)
奶奶
nǎinai
grootmoeder (vaders zijde)
nín
u
geneeskunde
医生
yīshēng
dokter
西班牙
xībānyá
Spanje
加拿大
jiānádà
Canada
意大利
yìdàlì
Italië
日本
rìběn
Japan
日本人
rìběn rén
Japanner
日语
rìyǔ
Japans (taal)
Chén
Chinese familienaam

Schrijven

nín (45)
wài (47)
yī (49)
nǎi (51)
pó (52)
Chén (53)
měi (88)
rì (223)
běn (272)
tóng (452)

Les 7 - 15/11

Algemeen

De leraar was ziek en bijgevolg was er geen les. Hij houdt ons wel in gang door ons een reeks nieuwe karakters te laten leren schrijven. Kwestie van geen afkickverschijnselen te veroorzaken bij zijn leerlingen :).

Woordenschat

wet
kunnen, kunnen zijn
kǒu
mond
荷兰
hélán
Nederland

Schrijven

kě (58)
kàn (149)
kǒu (180)
chē (204)
lè (246)
tīng (375)
hé (449)
lán (450)
fǎ (496)

Les 6 - 08/11

Grammatica

  • Wanneer een woord in de vierde toon voorafgegaan wordt door bù (), dan verandert de toon van bù van de vierde naar de tweede toon: bú.
    Bvb.: bù shì shū verandert naar bú shì shū.

  • Indien men een vraag stelt waarin een werkwoord voorkomt en waarop men bevestigend wil antwoorden, doet men dit door het werkwoord te herhalen: 你说汉语? - 说 (nǐ shuō hàn yǔ? - shuō)


Woordenschat

好喝
hǎohē
lekker (drinken)
好听
hǎotīng
mooi klinken
好看
hǎokàn
mooi uitzien
tīng
luisteren, horen, gehoorzamen
kàn
zien, kijken
shuō
spreken, zeggen
太太
tàitai
echtgenote, mevrouw
先生
xiānsheng
echtgenoot, meneer
welk
gǒu
hond
māo
kat
汉语
hànyǔ
Chinees (taal)
比利时
bǐlìshí
België
英国
yīngguó
Groot-Britannië
英语
yīngyǔ
Engels (taal)
德国
déguó
Duitsland
德语
déyǔ
Duits (taal)
法国
fǎguó
Frankrijk
法语
fǎyǔ
Frans (taal)
美国
měiguó
Verenigde Staten

Schrijven

nǎ (37)
yǔ (48)
xiān (69)
hàn (80)
yīng (81)
shuō (139)
shū (270)
bǐ (446)
lì (447)
shí (448)