Les 23 - 24 apr '08

Grammatica

  • Ondertussen kennen we drie verschillende voegwoorden: (yě), (hé) en (hái). Ze betekenen allemaal ongeveer hetzelfde, maar er is een licht verschil in het gebruik:

    Wordt gebruikt om twee zinnen met elkaar te verbinden.
    Wordt net als gebruikt om twee zinnen te verbinden, maar het heeft een sterkere betekenis. Je kan het vergelijken met het Nederlandse daarenboven.
    Wordt gebruikt om twee woorden met elkaar te verbinden.

  • Maatwoorden zijn een belangrijk onderdeel van de Chinese taal. Wanneer je een telwoord gebruikt bij een telbaar zelfstandig naamwoord, moet je er ook een maatwoord bij plaatsen. In het Chinees zeg je dus niet twee mensen, maar meer iets als twee individuen van mensen.

    Er bestaan verschillende maatwoorden, waarvan het gebruik afhangt van het zelfstandig naamwoord dat bij het telwoord staat. Voor platte, dunne dingen wordt bvb het maatwoord gebruikt.

    Wanneer je niet weet welk maatwoord bij het zelfstandig naamwoord hoort, mag je altijd het algemene maatwoord (ge) gebruiken. Dit is het maatwoord dat wordt gebruikt bij personen, maar ook voor alle voorwerpen die geen duidelijke vorm hebben zoals een koptelefoon.

    Hieronder volgt een opsomming van de maatwoorden die wij tot nu toe hebben geleerd:

    zhāng
    platte, dunne voorwerpen (papier, schilderijen, kaarten, ...)
    běn
    boeken
    ge
    personen, gebouwen en alles wat geen duidelijke vorm heeft
    céng
    verdiepingen
    hào
    rangtelwoorden (huisnummers, busnummers, ...)

    drie oudere broers wordt in het Chinees dus vertaald als 三个哥哥. vier Chinese boeken wordt 四本汉语书. Het telwoord 2 vormt een uitzondering. In plaats van (èr) gebruikt men het woord (liǎng). De vertaling van twee Chinezen wordt dus 两个中国人.

  • Er bestaan twee vertalingen voor het woord hoeveel: (jǐ) en 多少 (duōshao). Wanneer je gebruikt, moet je het maatwoord erbij zeggen. Bij 多少 is dit niet meer nodig. Je mag ook kiezen welke van de twee je gebruikt, maar de algemene regel is dat je gebruikt wanneer het verwachte aantal klein is (kleiner dan 10). Wanneer het verwachte aantal groter is, gebruik je dus 多少.

    Een paar voorbeelden:

    你有几个妹妹?
    Hoeveel jongere zussen heb je?
    多少中国人住中国?
    Hoeveel Chinezen wonen in China?

Woordenschat

为什么
wèi shénme
waarom
gěi
geven
liǎng
twee
ge (gè)
maatwoord voor personen en algemeen ook voor alles waarvan geen maatwoord gekend is
一个
yīgè
een
一个
yíge
één
hoeveel, enkele
真的
zhēnde
echt
hái
ook (sterker dan )
en
词典
cídiǎn
woordenboek
公司
gōngsī
bedrijf
外公
wàigōng
grootvader (moeders zijde)
gōng
publiek (niet privaat)
喜欢
xǐhuan
leuk vinden
可爱
kě'ài
lief, schattig
律师
lǜshī
advokaat
工程师
gōngchéng shī
ingenieur

Schrijven

cí (14)
jǐ (179)
hé (182)
gè (183)
liǎng (185)
hái (186)
zhēn (192)
xǐ (201)
huān (202)
diǎn (205)
gōng (210)
lǜ (214)
chéng (215)
gěi (289)
sī (305)

Les 22 - 17 apr '08

Grammatica

  • Om duidelijk te maken of je in het ziekenhuis bent omdat je ziek bent of omdat je er op bezoek bent gebruik je de werkwoorden en .

    住医院
    in het hospitaal liggen
    在医院
    in het hospitaal zijn (op bezoek)

    Je zegt ook dat je in het hotel "woont", dus wanneer je in een hotel overnacht zeg je ook .


Woordenschat

国家
guójiā
land
去看
qùkān
op bezoek gaan
医院
yīyuàn
ziekenhuis
打电话
dǎ diànhuà
telefoneren
照片
zhàopiàn
foto, afbeelding
当然
dāngrán
natuurlijk, vanzelfsprekend
常常
chángcháng
vaak, regelmatig
妹妹
mèimei
jongere zus
工作
gōngzuò
beroep
zuò
doen
zuò
maken
电脑
diànnǎo
computer
nǎo
brein
宝贝
bǎobèi
schat, liefje
bèi
schelp
本子
běnzi
schrift
普通话
pǔtōnghuà
standaard Chinees
huà
dialect, gesproken woorden

Schrijven

zhào (181)
mèi (188)
gǒu (189)
dāng (190)
rán (191)
zuò (195)
gōng (196)
zuò (197)
bèi (198)
nǎo (207)

Les 21 - 10 apr '08

Grammatica

  • We hebben reeds geleerd dat je vragen kan stellen door achter een zin het vraagwoord te zetten. Er is echter nog een andere manier: de alternerende vraag. Hierbij krijg je de volgende constructie: werkwoord + + werkwoord. Ipv een werkwoord mag je ook een bijvoeglijk naamwoord gebruiken. Hieronder volgen enkele voorbeelden:

    你忙不忙?
    Heb je het druk?
    你是不是学生?
    Ben je een student?
    你吃不吃饭马?
    Ben je paard aan het eten?
    你认识不认识他?
    Ken je hem?

    Wanneer je deze constructie gebruikt, dan vervalt de toon op .

  • Van sommige werkwoorden bestaan er twee verschillende vormen: het gewone werkwoord en het werkwoord met het "nietszeggend" lijdend voorwerp. Enkele voorbeelden zijn: vs 吃饭; vs 看书; vs 写字. De eerste vorm is het gewone werkwoord, terwijl de tweede vorm telkens een lijdend voorwerp bevat. Dit lijdend voorwerp heeft geen echte betekenis meer, vandaar dat het "nietszeggend" wordt genoemd.

    Wanneer gebruik je nu welke vorm? De vorm zonder het lijdend voorwerp gebruik je wanneer het duidelijk is wat je moet doen. Een voorbeeldje om het duidelijk te maken:

    - 写你们的名字。 写。: Schrijf jullie voornaam. Schrijf het.

    In bovenstaand voorbeeld is het in de tweede zin duidelijk dat het gaat om het schrijven van de voornaam, omdat dit reeds in een vorige zin wordt vermeld. In het Nederlands vervangen wij dit door bvb het woordje "het". In het Chinees wordt de vorm van het werkwoord zonder het nietszeggend lijdend voorwerp gebruikt. Als het algemener is dan wordt de tweede vorm gebruikt, bvb:

    学生都写字。: De leerlingen zijn aan het schrijven.

    Hier weten we niet precies wat ze aan het schrijven zijn, ze zijn gewoon bezig met iets op te schrijven.

    Wanneer je tenslotte het werkwoord gebruikt tesamen met een lijdend voorwerp, dus een ander dan het nietszeggend lijdend voorwerp, dan gebruik je de vorm zonder het nietszeggend lijdend voorwerp, bvb:

    我们写汉字。: Wij schrijven Chinese karakters.


Woordenschat

介绍
jièshào
iemand voorstellen
ài
houden van
写字
xiězì
schrijven (VO)
看书
kànshū
lezen (VO)
名片
míngpiàn
naamkaartje
一下
yíxià
eventjes
xià
onder
物理学
wùlǐ xué
fysica
数学
shùxué
wiskunde
xuǎn
kiezen
xiū
herstellen
选修
xuǎnxiū
keuzevak

Schrijven

xià (150)
piàn (152)
jiè (161)
shào (162)
shù (172)
wù (173)
lǐ (174)
xuǎn (176)
xiū (177)
ài (193)