Les 21 - 01 apr '09

Grammatica

  • Het partikel wordt gebruikt na een werkwoord om een handeling aan te duiden die voorbij is. Het maakt niet of uit of deze handeling in het verleden, het heden of de toekomst plaatsvindt.

    我买了五个苹果。: Ik heb 5 appels gekocht.
    明天晚上我买了这间房子。: Morgenavond zal ik dit huis gekocht hebben.

    Wanneer het lijdend voorwerp niet verder gedetailleerd wordt, verhuist naar het einde van de zin.

    我买苹果了。: Ik heb een appel gekocht.

    De negatie wordt gevormd met 没有 of gewoonweg , nooit met . Het partikel wordt dan achterwege gelaten.

    他没有买酒。: Hij heeft geen alcohol gekocht.
    我们没找经理。: Wij hebben de manager niet gevonden.


Woordenschat

外边
wàibian
buiten
对面
duìmiàn
tegenover
认真
rènzhēn
ernstig
理想
lǐxiǎng
ideaal
房子
fángzi
huis
平方米
píngfāngmǐ
vierkante meter
洗手间
xǐshǒu jiān
toilet
客厅
kètīng
woonkamer
大门
dàmén
ingang, voordeur
maatwoord voor tamelijk lange, platte dingen die je kan vasthouden (stoelen, messen, sleutels, ...)
厨房
chúfáng
keuken
洗澡间
xǐzǎo jiān
badkamer
卧室
wòshì
slaapkamer
门厅
méntīng
inkomhal
车库
chēkù
garage
书房
shūfáng
studeerkamer
花园
huāyuán
tuin
阳台
yángtái
terras
上厕所
shàng cèsuǒ
naar WC gaan
姑娘
gūniang
meisje
得到
dédào
krijgen
得病
débìng
ziek worden, een ziekte oplopen
jiān
maatwoord voor kamers, huizen
事儿
shìr
zaken, dingen
jiàn
maatwoord voor zaken (), kleren
散步
sànbù
wandelen
huren
房租
fángzū
huur
听说
tīngshuō
van horen zeggen, gehoord hebben
wèi
maatwoord als beleefdheidsvorm bij personen (van hogere positie)

Schrijven

bǎ (-)
dé (-)
kù (-)
tái (-)
wèi (-)
píng (10)
gū (373)
niáng (374)
jiàn (378)
sàn (380)
bù (381)
zū (384)
chú (385)
kè (398)
wò (400)
fāng (403)

Geen opmerkingen: