Grammatica
De leraar was nogmaals ziek gevallen, maar deze keer heeft hij wel een aantal karakters opgegeven die we mogen instuderen.
De leraar was nogmaals ziek gevallen, maar deze keer heeft hij wel een aantal karakters opgegeven die we mogen instuderen.
De leraar was wederom ziek en bijgevolg hebben we dus geen les gehad. Deze week hebben we ook geen opdracht gekregen om nieuwe karakters te leren.
Namen in China bestaan uit een achternaam en een voornaam. De achternaam heeft meestal 1 karakter. Indien er twee of meer karakters in staan, kan je er bijna zeker van zijn dat de naam van buitenlandse afkomst is. De voornaam kan in 1 of 2 karakters geschreven worden.
In China zijn achternamen al meer dan 3.000 jaar in gebruik. Hierdoor is het aantal verschillende achternamen sterk verminderd. Op dit moment zijn er ongeveer 300 achternamen, waarvan er eigenlijk 100 geregeld voorkomen. De meest gebruikte achternamen zijn Lǐ (李), Wáng (王) en Zhāng (張), die samen meer dan 20% van de bevolking een naam geven.
Traditioneel wordt de voornaam gekozen door de grootouders en er wordt dan voor gezorgd dat alle kleinkinderen een gemeenschappelijk stuk in hun naam krijgen. Dit gemeenschappelijke deel wordt meestal in het eerste karakter van de voornaam gezet. Het tweede karakter van de voornaam is dan de eigenlijke unieke voornaam voor een bepaalde persoon binnen de familie. Dit deel wordt echter nooit gebruikt om iemand te roepen, behalve eventueel binnen de eigen familie- en vriendenkring. Wanneer je dus iemand bij naam wil noemen, is het gebruikelijker om steeds de volledige naam te gebruiken, waarbij de achternaam vóór de voornaam komt.
Een paar namen van bekende Chinezen als voorbeeld:
Vorige week hebben we het bezitpartikel 的 geleerd. Wat we echter nog niet weten, is wanneer we 的 mogen gebruiken en wanneer het beter is om het weg te laten. Als 的 wordt voorafgegaan door een persoonlijk voornaamwoord (我, 你, 他, 她, 您 en alle mv) en wordt gevolgd door een persoon waarmee het onderwerp een persoonlijke relatie heeft dan mag men 的 weglaten. In alle andere gevallen moet je 的 wel gebruiken.
我妈妈: mijn moeder
他的书: zijn boek
老师的爸爸: papa van de leraar
的 (de) is het partikel dat in het Chinees gebruikt wordt om bezit aan te duiden.
Voorbeeld: 我的书 (wǒ de shū: mijn boek).
Het kan ook ingewikkelder door meerdere malen 的 te gebruiken: 妈妈的哥哥的太太 (māma de gēge de tàitai: de vrouw van de oudere broer van mama).
De leraar was ziek en bijgevolg was er geen les. Hij houdt ons wel in gang door ons een reeks nieuwe karakters te laten leren schrijven. Kwestie van geen afkickverschijnselen te veroorzaken bij zijn leerlingen :).
Wanneer een woord in de vierde toon voorafgegaan wordt door bù (不), dan verandert de toon van bù van de vierde naar de tweede toon: bú.
Bvb.: bù shì shū verandert naar bú shì shū.
Indien men een vraag stelt waarin een werkwoord voorkomt en waarop men bevestigend wil antwoorden, doet men dit door het werkwoord te herhalen: 你说汉语? - 说 (nǐ shuō hàn yǔ? - shuō)
Wanneer een woord in de derde toon gevolgd wordt door een ander woord in de derde toon, dan wordt het eerste woord uitgesproken alsof het in de tweede toon staat. Voorbeeld: wǒ yě hěn hǎo wordt uitgesproken als wó yé hén hǎo.